Graszoden leggen in 7 stappen

Zin in een prachtig uitziend gazon? Voorzie je tuin dan van graszoden! In onderstaand artikel vind je in 7 stappen tot in detail uitgelegd hoe je dit moet doen. Is er oud gras aanwezig in je tuin, dan moet dit uiteraard eerst omspitten of verwijderen. Dit kan je perfect doen met behulp van een zodensnijder. Zo kan je het gras afsnijden tot onder de wortels. Wat heb je nog nodig? Een mes dat scherp genoeg is, een hark idealiter uit ijzer, een strooiwagen, compost, kalk en kunstmest. Wanneer je de grond goed gaat voorbereiden, kan je met twee personen wel 1000 vierkante meter graszoden leggen op één dag tijd. Wil je een grotere oppervlakte aan graszoden leggen of wil je sneller werken, schakel dan een specialist in. Volg onderstaande instructies om stap voor stap te weten te komen voor een mooie grasmat.

1. Voorbereiding van de grond
De bovenste 6 à 8 centimeter ondergrond bij het leggen van graszoden moet je goed losmaken. Daarna verspreid je hierover zo’n 8 centimeter compost. Voor het verbeteren van de drainage voeg je 5 centimeter zand toe aan de ondergrond die kleiig is. Indien nodig kan je daarna de kalk en de kunstmest gebruiken.

2. Het waterpas maken van het oppervlak
De grond moet ongeveer 2,5 centimeter lager liggen dan de helling van een verhard oppervlak zoals een oprit of pad en goed waterpas zijn. Gebruik hiervoor best een ijzeren hark om hoopjes aarde te nivelleren en putjes te vullen. Geef de grond lichtjes water om die te verzadigen.

3. Het leggen van de eerste rij zoden
Begin bij de rand van je tuin die de langste rechte kant heeft en rol daar de eerste graszode uit. Hou je voeten op de grond tijdens het installeren en doe de afdrukken van je voet weg wanneer je weggaat. Maak de graszode mooi glad zonder rimpels zodat er geen luchtzakken ontstaan en de zode vlak ligt.

4. Het leggen van de volgende rijen
Vooraleer je de tweede rij legt, snij je met je mes de helft af. Dit zorgt ervoor dat je net zoals bij stenen de korte naden kunt gaan spreiden. Alle zoden moeten stevig aansluiten zonder dat ze elkaar overlappen. Eerst en vooral valt het op die manier minder op dat er aparte graszoden liggen. Ten tweede zullen de boorden hierdoor ook niet zo snel uitdrogen en terug gaan vloeien.

5. Water, de rest komt later
Het is belangrijk om het gras de eerste week niet te betreden. Wel moet je het veel water geven en dit elke dag. Dit doe je het best ’s morgens. Tijdens de warme uren van de dag zou er namelijk te veel water verdampen en ’s nachts zouden graszoden kunnen beschimmelen.

6. De eerste maaibeurt
Wanneer je gras een hoogte van 8 centimeter bereikt heeft, mag je het voor het eerst tot op zo’n 5 centimeter hoog maaien. Gebruik hiervoor best geen zitmaaier, maar wel een loopmaaier, want je gras is nog te kwetsbaar. Laat het afgereden gras niet op de grasmat liggen, anders krijg je broei.

7. Nogmaals bemesten

Laat het gras eerst nog maar wat groeien. Daarna kan je het opnieuw bemesten zodat de graszoden verder kunnen groeien.